Ik moest in de ochtend nog een aantal dingen kopiëren en daarna ging ik met de kinderen lekker naar instructie, aldus mijn mentor. Ik snap niet waar die lekker vandaan kwam, want de leerlingen hadden vandaag twee toetsen. Een taaltoets en een controledictee. Als dat maar goed gaat zou je denken…

We begonnen zoals gewoonlijk eerst met rekenen. Het was een handige les om in de kring te gaan zitten. Dat zorgde voor veel plezier en betrokkenheid tijdens de les. Gelukkig maar. De vraag was waar je getallen voor kunt gebruiken. Ik dacht dat ze bleven hangen bij rekenen en tellen, maar al snel kwamen antwoorden als klokkijken, wegen en meten, je verjaardag en huisnummers. Super knap van ze! Het zelfstandig werken ging goed. Ze waren stil en een aantal kon al hun werk nakijken omdat ze het af hadden.

Toen was het de beurt voor de eerste toets, een dictee. De tafels zaten snel in de toets-opstelling en op één leerling na, waren ze muis en muisstil. De twintig woorden vlogen voorbij. Ik liet de kinderen even buiten een rondje rennen en toen ze terug waren, had ik de woorden op het bord gezet, zodat ze konden nakijken.

Daarbij was de taaltoets. Op twee onduidelijke vragen na hebben ze de toets geheel zelfstandig gemaakt. Wederom waren ze goed stil en snel klaar. Ik ben nog nooit zo trots geweest op een klas. Zelfs ik begin het bewegen te missen als ik twee toetsen moest maken op een ochtend.

Tijdens het blokuur wilden de kinderen weer heel erg graag luisteren naar het liedje Halloween. Sommigen begonnen hem zelfs al te zingen en ze hebben hem nog maar twee keer gehoord. Leuk dat mijn ‘ouderwetse’ muziek als leuk wordt beschouwd. Ze willen de volgende keer na 31 oktober andere liedjes horen die ik vroeger luisterde! Hopelijk bevalt de rest ook, anders sta ik mooi voor schut, haha.

-          Juf Wendela